Deze stem werd gegenereerd door computersynthese.
Verhandeling 38 - Dienende Geesten van het Plaatselijk Universum
Het Urantia Boek
Verhandeling 38
Dienende Geesten van het Plaatselijk Universum
38:0.1 (418.1)DE persoonlijkheden van de Oneindige Geest worden ingedeeld in drie duidelijk verschillende orden. De onstuimige apostel was hiervan goed op de hoogte toen hij met betrekking tot Jezus schreef: ‘die ten hemel gevaren is ter rechterhand Gods, en engelen en machten en krachten werden hem onderdanig gemaakt.’ Engelen zijn de dienende geesten in de tijd, machten de boodschapperscharen in de ruimte, krachten de hogere persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
38:0.2 (418.2)Zoals de supernafijnen het engelenkorps van het centrale universum vormen en de seconafijnen dat van een superuniversum, zo zijn de serafijnen, tezamen met de samenwerkende cherubijnen en sanobijnen, het engelenkorps in een plaatselijk universum.
38:0.3 (418.3)De serafijnen zijn allen tamelijk uniform ontworpen. Van universum tot universum vertonen zij in de zeven superuniversa overal een minimum aan variatie; van alle geestelijke persoonlijke wezens zijn zij het sterkst gestandaardiseerd. Hun verschillende orden vormen het korps der bekwame, gewone dienaren van de plaatselijke scheppingen.
1. De oorsprong van serafijnen
38:1.1 (418.4)Serafijnen worden geschapen door de Moeder-Geest van het Universum en zijn sinds de schepping van de ‘patroon-engelen’ en bepaalde oertypen van engelen in de vroege tijden van Nebadon, immer in de formatie van eenheden ontworpen — 41.472 tegelijkertijd. De Schepper-Zoon en de vertegenwoordiging van de Oneindige Geest in het universum werken samen bij de schepping van een groot aantal Zonen en andere universum-persoonlijkheden. Na de voltooiing van deze gezamenlijke prestatie, gaat de Zoon over tot het scheppen van de Materiële Zonen, de eersten der geslachtelijke schepselen, terwijl de Moeder-Geest van het Universum tegelijkertijd overgaat tot haar eerste solitaire poging tot geest-reproductie. Zo vangt de schepping van de serafijnse heerscharen van een plaatselijk universum aan.
38:1.2 (418.5)Deze engelenorden worden ontworpen op het tijdstip dat er plannen voor de evolutie van sterfelijke wilsschepselen worden gemaakt. De schepping der serafijnen vindt plaats wanneer de Moeder-Geest van het Universum relatieve persoonlijkheid bereikt, nog niet als de latere gelijke van de Meester-Zoon, doch als de vroege scheppende helpster van de Schepper-Zoon. Vóór deze gebeurtenis werden de serafijnen die in Nebadon dienst deden tijdelijk uitgeleend door een naburig universum.
38:1.3 (418.6)Periodiek worden er nog steeds serafijnen geschapen: het universum Nebadon is nog steeds in ontwikkeling. De Moeder-Geest van het Universum ontplooit onophoudelijk scheppende activiteit in een groeiend, zich vervolmakend universum.
2. De natuur der engelen
38:2.1 (419.1)Engelen hebben geen materieel lichaam, doch het zijn welomlijnde, afzonderlijke wezens; hun natuur en oorsprong is geest. Ofschoon zij onzichtbaar zijn voor stervelingen, zien zij u wel zoals ge in het vlees zijt, zonder de hulp van transformeerders of vertalers; verstandelijk begrijpen zij de levenswijze van stervelingen, en zij delen al ’s mensen niet-zintuiglijke emoties en gevoelens. Zij waarderen uw inspanningen op het gebied van muziek, kunst en werkelijke humor, en genieten daar zeer van. Zij zijn geheel op de hoogte van uw morele worstelingen en geestelijke moeilijkheden. Zij houden van mensen, en uw inspanningen om hen te begrijpen en lief te hebben kunnen alleen ten goede leiden.
38:2.2 (419.2)Ofschoon serafijnen zeer hartelijke, meevoelende wezens zijn, zijn zij geen geslachtelijk-emotionele schepselen. Zij zijn grotendeels zoals gij zult zijn op de woningwerelden, waar ge ‘noch zult trouwen, noch ten huwelijk gegeven zult worden, maar als de engelen des hemels zult zijn.’ Want allen die ‘waardig geacht zullen worden om de woningwerelden te bereiken, trouwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven; ook sterven zij niet meer, want zij zijn aan de engelen gelijk.’ Wanneer wij met geslachtelijke schepselen te maken hebben, is het niettemin onze gewoonte om de wezens die meer rechtstreeks van de Vader en de Zoon afstammen aan te duiden als de zonen van God, terwijl wij over de kinderen van de Geest spreken als over de dochters van God. Engelen worden daarom op de planeten met geslachtelijke wezens in het algemeen aangeduid met vrouwelijke voornaamwoorden.
38:2.3 (419.3)De serafijnen worden zo geschapen, dat zij zowel op geestelijke als op concrete niveaus kunnen functioneren. Er zijn slechts weinig fasen van morontia- of geest-activiteiten waar zij hun bijstand niet kunnen verlenen. Hoewel de engelen in persoonlijke status niet zo ver van mensen afstaan, overtreffen zij hen verre in bepaalde functionele prestaties. Zij bezitten vele vermogens die het menselijk begrip verre te boven gaan. Er is u bijvoorbeeld gezegd dat ‘zelfs de haren op uw hoofd geteld zijn,’ en dit is juist, doch een serafijn brengt haar tijd niet door met het tellen van uw haren en het dagelijks bijhouden van dit aantal. Engelen bezitten inherente, automatische (dat wil zeggen, automatisch voorzover gij kunt zien) vermogens om zulke dingen te weten; gij zoudt een serafijn echt als een mathematisch wonderwezen beschouwen. Talrijke plichten die voor stervelingen reusachtige taken zouden zijn, worden door serafijnen derhalve met het grootste gemak verricht.
38:2.4 (419.4)Engelen staan in geestelijke status boven u, doch zij zijn niet uw rechters of aanklagers. Wat ook uw fouten mogen zijn, ‘de engelen zullen, ofschoon groter in kracht en macht, geen beschuldiging tegen u inbrengen.’ Engelen vellen geen oordeel over de mensheid, evenmin als individuele stervelingen een voorbarig oordeel dienen te vellen over hun medemensen.
38:2.5 (419.5)Ge doet er goed aan hen lief te hebben, doch ge moet hen niet aanbidden; engelen zijn geen wezens die aanbeden behoren te worden. Toen uw ziener ‘zich neerwierp voor de voeten van de grote engel om hem te aanbidden’ zei deze grote serafijn Loyalatia: ‘Doe dit niet; ik ben een mededienaar met u en uw broeders, die allen gehouden zijn God te aanbidden.’
38:2.6 (419.6)In hun natuur en naar de persoonlijkheid waarmee zij zijn begiftigd, staan de serafijnen op de ladder van geschapen bestaan juist iets hoger dan de sterfelijke geslachten. Wanneer ge verlost zijt van het vlees, wordt ge inderdaad in veel opzichten aan hen gelijk. Op de woningwerelden zult ge de serafijnen beginnen te waarderen, en op de constellatiewerelden zult ge vreugde in hen scheppen, terwijl zij op Salvington de plaatsen waar zij uitrusten en aanbidden, met u zullen delen. Gedurende de gehele morontia-opklimming en de daarop volgende geest-opklimming zult ge een ideale broederlijke omgang met de serafijnen kennen: uw kameraadschap zal prachtig zijn.
3. Ongeopenbaarde engelen
38:3.1 (420.1)Overal in de domeinen van het plaatselijk universum zijn geestelijke wezens werkzaam van talrijke orden die niet aan stervelingen worden geopenbaard omdat zij niets te maken hebben met het evolutionaire plan voor de opklimming naar het Paradijs. In deze verhandeling wordt het gebruik van het woord ‘engel’ opzettelijk beperkt tot de aanduiding van de serafijnse en geassocieerde nakomelingen van de Moeder-Geest van het Universum, die in zo ruime mate betrokken zijn bij het uitwerken van de plannen voor de overleving van stervelingen. In het plaatselijk universum dienen nog zes andere orden van verwante wezens, de ongeopenbaarde engelen, die niet specifiek verbonden zijn met de activiteiten in de universa ten behoeve van de opklimming van de evolutionaire stervelingen naar het Paradijs. Deze zes groepen van medewerkende engelen worden nooit serafijnen genoemd en evenmin worden zij aangeduid als dienende geesten. Deze persoonlijkheden houden zich uitsluitend bezig met bestuurlijke aangelegenheden van Nebadon en andere zaken, werkzaamheden die op geen enkele wijze in verband staan met ’s mensen voortgaande loopbaan van geestelijke opklimming en verwerving van volmaaktheid.
4. De werelden der serafijnen
38:4.1 (420.2)De negende groep van zeven primaire werelden in het Salvington-circuit is de groep werelden der serafijnen. Elk van deze werelden heeft zes hulpsatellieten, waar zich de speciale scholen bevinden die zich wijden aan alle fasen van de opleiding der engelen. Hoewel de serafijnen toegang hebben tot alle negenenveertig werelden waaruit deze groep van Salvington-werelden bestaat, wonen zij uitsluitend op de eerste cluster van zeven. De overige zes clusters worden bewoond door de zes orden der medewerkende engelen die op Urantia niet zijn geopenbaard; elk van deze groepen heeft zijn hoofdkwartier op een van deze zes primaire werelden en houdt zich bezig met gespecialiseerde activiteiten op haar zes hulpsatellieten. Iedere engelenorde heeft vrije toegang tot alle werelden van deze zeven verschillende groepen.
38:4.2 (420.3)Deze hoofdkwartierwerelden behoren tot de prachtigste gebieden van Nebadon; de landgoederen der engelen kenmerken zich zowel door schoonheid als uitgestrektheid. Hier heeft iedere serafijn een werkelijk thuis, en ‘thuis’ betekent het domicilie van twee serafijnen; zij wonen in paren.
38:4.3 (420.4)Ofschoon niet mannelijk en vrouwelijk zoals de Materiële Zonen en de sterfelijke geslachten, zijn de serafijnen wel negatief en positief. In de meeste gevallen zijn er twee engelen nodig om een opdracht goed te volbrengen. Wanneer zij niet in een circuit zijn opgenomen, kunnen zij alleen werken; ook hebben zij geen complementaire wezens nodig wanneer zij stationair zijn. Gewoonlijk behouden zij hun oorspronkelijke complementaire wezen, doch dit is niet noodzakelijk. Deze associaties worden in de eerste plaats noodzakelijk gemaakt door de functie die de serafijnen vervullen; deze verbintenissen worden niet gekenmerkt door sexuele emoties, ofschoon zij in de hoogste mate persoonlijk zijn en waarlijk liefdevol.
38:4.4 (420.5)Behalve toegewezen woningen hebben de serafijnen ook hoofdkwartieren voor hun groepen, compagnieën, bataljons en eenheden. Ieder millennium komen zij bijeen voor reünieën en zijn dan allen present conform het tijdstip dat zij zijn geschapen. Indien een serafijn verantwoordelijkheden draagt die niet toelaten dat zij haar post verlaat, woont zij de reünieën afwisselend met haar complement bij, en wordt afgelost door een serafijn van een andere geboortedatum. Iedere serafijnse partner is daardoor tenminste iedere tweede reünie aanwezig.
5. De opleiding der serafijnen
38:5.1 (420.6)Serafijnen brengen hun eerste millennium als waarnemers zonder aanstelling door op Salvington en de daarmee verbonden wereldscholen. Het tweede millennium wordt doorgebracht op de serafijnse werelden van het Salvington-circuit. Hun centrale opleidingsschool staat nu onder leiding van de eerste honderdduizend serafijnen van Nebadon, met de oorspronkelijke of eerstgeboren engel van dit plaatselijk universum aan het hoofd. De eerste geschapen groep serafijnen in Nebadon is opgeleid door een korps van duizend serafijnen van Avalon; daarna zijn onze engelen onderricht door hun eigen senioren. Ook de Melchizedeks spelen een grote rol bij de opleiding en training van alle engelen van de plaatselijke universa — de serafijnen, cherubijnen en sanobijnen.
38:5.2 (421.1)Aan het eind van deze trainingsperiode op de serafijnse werelden van Salvington, worden serafijnen gemobiliseerd in de gangbare afdelingen en eenheden van de engelenorganisatie en worden zij toegewezen aan een bepaalde constellatie. Zij hebben dan nog geen aanstelling als dienende geesten, ofschoon zij reeds een eind gevorderd zijn met de fasen van de opleiding van engelen die aan een dergelijke aanstelling voorafgaan.
38:5.3 (421.2)Serafijnen worden ingewijd als dienende geesten door dienst te doen als waarnemers op de laagste der evolutionaire werelden. Na deze ervaring keren zij terug naar de werelden die zijn verbonden met het hoofdkwartier van de hun aangewezen constellatie, om daar hun hogere studies aan te vangen en zich meer bepaaldelijk voor te bereiden op het dienen in een speciaal plaatselijk stelsel. Na deze algemene opleiding worden zij bevorderd tot de dienst van een der plaatselijke stelsels. Op de architectonische werelden die aan de hoofdwereld van een of ander stelsel in Nebadon zijn verbonden, voltooien onze serafijnen hun opleiding en ontvangen zij hun aanstelling als dienende geesten in de tijd.
38:5.4 (421.3)Wanneer serafijnen eenmaal hun aanstelling hebben gekregen, kunnen zij zich ten behoeve van opdrachten door geheel Nebadon bewegen, zelfs door geheel Orvonton. Hun werk in het universum kent geen grenzen of beperkingen; zij zijn nauw verbonden met de materiële schepselen van de werelden en staan immer in dienst van de geestelijke persoonlijkheden van de lagere orden, waarbij zij contact leggen tussen deze wezens van de geest-wereld en de stervelingen van de materiële gebieden.
6. De serafijnse organisatie
38:6.1 (421.4)Na het tweede millennium van hun verblijf op het serafijnse hoofdkwartier worden de serafijnen onder aanvoerders georganiseerd in groepen van twaalf ( 12 paren, 24 serafijnen); twaalf van deze groepen vormen een compagnie (144 paren, 288 serafijnen), die onder commando staat van een leider. Twaalf compagnieën onder een commandant vormen een bataljon (1.728 paren of 3.456 serafijnen), en twaalf bataljons onder een aanvoerder vormen een serafijnse eenheid (20.736 paren of 41.472 individuen), terwijl twaalf eenheden onder het commando van een supervisor, een legioen vormen van 248.832 paren of 497.664 individuen. Jezus zinspeelde de nacht in de hof van Getsemane op zo’n groep engelen toen hij zei: ‘Ik kan zelfs nu nog mijn Vader vragen en hij zal mij aanstonds meer dan twaalf legioenen engelen geven.’
38:6.2 (421.5)Twaalf legioenen engelen omvatten een schare die 2.985.984 paren of 5.971.968 individuen telt, en twaalf zulke scharen ( 35.831.808 paren of 71.663.616 individuen) vormen de grootste opererende organisatie van serafijnen, een engelenleger. Een leger van serafijnen staat on- der commando van een aartsengel of van een andere persoonlijkheid van gelijke rang, terwijl de engelenlegers worden aangevoerd door de Schitterende Avondsterren of door andere directe plaatsvervangers van Gabriël. En Gabriël is de ‘opperbevelhebber over de hemelse legers,’ de hoofd-bewindvoerder van de Soeverein van Nebadon, ‘de Here God der heerscharen.’
38:6.3 (421.6)Ofschoon de serafijnen en alle andere orden van het plaatselijk universum dienen onder de rechtstreekse supervisie van de Oneindige Geest zoals deze is gepersonaliseerd op Salvington, zijn zij sinds de zelfschenking van Michael op Urantia onderworpen aan de soevereiniteit van de Meester-Zoon. Toen Michael uit het vlees was geboren op Urantia, werd in een nieuwsbericht vanuit het superuniversum naar geheel Nebadon reeds afgekondigd: ‘Laten alle engelen hem vereren.’ Alle rangen der engelen zijn onderworpen aan zijn soevereiniteit; zij maken deel uit van de groep die de naam draagt van ‘zijn machtige engelen.’
7. De cherubijnen en sanobijnen
38:7.1 (422.1)In al hun essentiële gaven komen de cherubijnen en sanobijnen met de serafijnen overeen. Zij hebben dezelfde oorsprong, doch niet altijd dezelfde bestemming. Zij zijn wonderbaarlijk intelligent, verbazingwekkend efficiënt, roerend liefdevol en bijna menselijk. Zij vormen de laagste orde der engelen en zijn daarom nog nauwer verwant aan de meer ontwikkelde typen mensen op de evolutionaire werelden.
38:7.2 (422.2)Cherubijnen en sanobijnen zijn van nature met elkaar verbonden, functioneel verenigd. De ene is een persoonlijkheid met positieve energie, de andere met negatieve energie. De rechter deflector, ofwel de positief geladen engel, is de cherubijn — de oudere of sturende persoonlijkheid. De linker deflector, de negatief geladen engel, is de sanobijn — het complementaire wezen. Beide typen engelen zijn zeer beperkt wanneer zij solitair functioneren, vandaar dat zij gewoonlijk in paren dienstdoen. Wanneer zij onafhankelijk van hun serafijnse leiders dienen, zijn zij meer dan ooit afhankelijk van hun onderling contact, en functioneren zij altijd samen.
38:7.3 (422.3)Cherubijnen en sanobijnen zijn de getrouwe, efficiënte helpers van de serafijnse dienaren, en de serafijnen van alle zeven orden worden voorzien van deze ondergeschikte assistenten. Cherubijnen en sanobijnen dienen eeuwenlang in deze hoedanigheid, doch zij vergezellen de serafijnen niet bij opdrachten buiten de grenzen van hun plaatselijk universum.
38:7.4 (422.4)De cherubijnen en sanobijnen zijn de geest-werkers die de routinetaken op de afzonderlijke werelden van de stelsels uitvoeren. Als zij met een niet-persoonlijke taak bezig zijn en in het geval van een noodtoestand, kunnen zij in de plaats van een serafijns paar optreden, doch nimmer, zelfs niet tijdelijk, functioneren zij als begeleidende engelen van mensen; dit is een exclusief privilege van serafijnen.
38:7.5 (422.5)Wanneer zij worden aangesteld op een planeet, beginnen de cherubijnen aan opleidingen ter plaatse, waaronder de studie van planetaire gebruiken en talen. De dienende geesten in de tijd zijn allen tweetalig, zij spreken de taal van het plaatselijk universum waaruit zij afkomstig zijn en de taal van hun superuniversum. Door hun studie in de scholen van de betrokken gebieden leren zij nog andere talen. Evenals de serafijnen en alle andere orden van geest-wezens, zijn de cherubijnen en sanobijnen er voortdurend op bedacht zichzelf te ontwikkelen. Alleen wezens als de ondergeschikte krachtcontroleurs en energiedirigenten kunnen geen vooruitgang maken; alle wezens die actuele of potentiële persoonlijkheidswil hebben, streven naar nieuwe prestaties.
38:7.6 (422.6)Cherubijnen en sanobijnen staan van nature zeer dicht bij het morontia-niveau van bestaan, en zij blijken hoogst efficiënt in het werk in de grensgebieden van de fysische, morontiale en geestelijke domeinen. Deze kinderen van de Moeder-Geest van het plaatselijk universum worden gekenmerkt door ‘vierde schepselen,’ ongeveer zoals de Havona-Dienstbaren en de bemiddelingscommissies. Iedere vierde cherubijn en iedere vierde sanobijn is half-materieel en lijkt duidelijk op de levensvormen van het morontia-niveau.
38:7.7 (422.7)Deze vierde schepselen der engelen zijn een grote steun voor de serafijnen in de meer concrete fasen van hun activiteiten in het universum en op de planeten. Deze morontia-cherubijnen verrichten ook vele essentiële taken in de grensgebieden op de morontia-opleidingswerelden en zij worden in groten getale aangesteld bij de dienst der Morontia-Metgezellen. Zij betekenen voor de morontia-werelden ongeveer wat de middenschepselen betekenen voor de evolutionaire planeten. Op de bewoonde werelden werken deze morontia-cherubijnen dikwijls samen met de middenschepselen. Cherubijnen en middenschepselen zijn wezens van duidelijk andere orden; zij zijn van verschillende afkomst, doch vertonen een grote gelijkenis in natuur en functie.
8. De evolutie van cherubijnen en sanobijnen
38:8.1 (423.1)Voor cherubijnen en sanobijnen staan talrijke wegen tot gevorderd dienstbetoon open die tot een verhoging van status kunnen leiden, en deze kan nog hoger worden door de omhelzing van de Goddelijke Hulp en Bijstand. Met betrekking tot het evolutionaire potentieel bestaan er drie grote categorieën cherubijnen en sanobijnen.
38:8.2 (423.2)1. Opklimmingskandidaten. Deze wezens zijn van nature kandidaten voor de status van serafijn. Cherubijnen en sanobijnen van deze orde zijn briljante wezens, ofschoon zij qua inherente gaven niet gelijk zijn aan de serafijnen; door ijver en ervaring is het voor hen echter mogelijk om volle serafijnse status te bereiken.
38:8.3 (423.3)2. Cherubijnen der Middenfase. Niet alle cherubijnen en sanobijnen zijn gelijk qua opklimmingspotentieel, en dit zijn de van nature beperkte schepselen onder de engelen. De meesten zullen cherubijnen en sanobijnen blijven, ofschoon de meer getalenteerden onder hen wel zover kunnen komen dat zij beperkte serafijnse diensten mogen verrichten.
38:8.4 (423.4)3. Morontia-Cherubijnen. Deze ‘vierde schepselen’ van de engelenorden behouden altijd hun halfmateriële kenmerken. Samen met de meerderheid van hun broeders in de middenfase, zullen zij cherubijnen en sanobijnen blijven, in afwachting van de voltooiing van de factualisering van de Allerhoogste.
38:8.5 (423.5)Ofschoon de tweede en derde groep enigszins beperkt zijn in hun mogelijkheden tot groei, kunnen de kandidaten voor opklimming de hoogten van de universele serafijnse dienst bereiken. Velen van deze meer ervaren cherubijnen worden toegevoegd aan de serafijnse bestemmingsbehoeders en komen zo rechtstreeks in aanmerking om bevorderd te worden tot de status van Woningwereld-Leraren wanneer zij door hun serafijnse senioren worden verlaten. Bestemmingsbehoeders werken zonder de assistentie van cherubijnen en sanobijnen wanneer hun sterfelijke pupillen het morontia-leven bereiken. En wanneer evolutionaire serafijnen van andere typen mogen doorgaan naar Seraphington en het Paradijs, moeten ook zij hun vroegere ondergeschikten achterlaten als zij de grenzen van Nebadon passeren. Deze verlaten cherubijnen en sanobijnen worden gewoonlijk omhelsd door de Moeder-Geest van het Universum en bereiken daardoor een niveau dat gelijkstaat aan dat van een Woningwereld-Leraar, wat betreft de serafijnse status die wordt bereikt.
38:8.6 (423.6)Als de eenmaal omhelsde cherubijnen en sanobijnen lang als Woningwereld-Leraren hebben gediend op de morontia-werelden, van de laagste tot de hoogste, en wanneer hun korps op Salvington overbezet raakt, roept de Blinkende Morgenster deze trouwe dienaren van de schepselen uit de tijd op, om voor hem te verschijnen. Hen wordt de eed van persoonlijkheidstransformatie afgenomen, en vervolgens worden deze gevorderde, oudere cherubijnen en sanobijnen in groepen van zevenduizend opnieuw omhelsd door de Moeder-Geest van het Universum. Uit deze tweede omhelzing komen zij als volwassen serafijnen te voorschijn. Voortaan staat de volle en complete serafijnse loopbaan, met al zijn Paradijs-mogelijkheden, open voor deze wedergeboren cherubijnen en sanobijnen. Deze engelen kunnen worden aangesteld als bestemmingsbehoeders van stervelingen, en indien hun sterfelijke pupil tot overleving komt, komen zij in aanmerking om bevorderd te worden naar Seraphington en de zeven cirkels die serafijnen kunnen doorlopen, en zelfs naar het Paradijs en het Korps der Volkomenheid.
9. De Middenschepselen
38:9.1 (424.1)De middenschepselen worden op drie verschillende wijzen geklassificeerd. In eigenlijke zin worden zij ingedeeld bij de opklimmende Zonen van God; feitelijk worden zij gerekend tot de orden der permanente burgers, terwijl zij qua functie worden gerekend tot de dienende geesten in de tijd, vanwege hun nauwe, doeltreffende associatie met de engelenscharen bij het werk van het dienen van de sterfelijke mens op de individuele werelden in de ruimte.
38:9.2 (424.2)Deze uitzonderlijke schepselen verschijnen op de meeste bewoonde werelden en worden altijd aangetroffen op de decimale planeten zoals Urantia, waar met het leven wordt geëxpe-rimenteerd. Middenschepselen komen voor in twee soorten — primaire en secundaire — en verschijnen door middel van de navolgende technieken:
38:9.3 (424.3)1. Primaire Middenwezens, de meer geestelijke groep, vormen een enigszins gestandaardiseerde orde van wezens, die uniform afstammen van de gemodificeerde opklimmend-sterfelijke stafleden van de Planetaire Vorsten. Het aantal der primaire middenschepselen bedraagt altijd vijftigduizend, geen enkele planeet die hun dienstbetoon geniet, beschikt over meer.
38:9.4 (424.4)2. Secundaire Middenwezens, de meer materiële groep van deze schepselen, verschillen sterk in aantal op de onderscheiden werelden, ofschoon het gemiddelde omstreeks vijftigduizend bedraagt. Zij stammen op uiteenlopende wijzen af van de planetaire biologische verheffers, de Adams en Eva’s, of van het onmiddellijke nageslacht van hen. Er bestaan niet minder dan vierentwintig verschillende technieken die worden toegepast om deze secundaire middenschepselen voort te brengen op de evolutionaire werelden in de ruimte. De ontstaanswijze van deze groep op Urantia is ongewoon geweest en van uitzonderlijke aard.
38:9.5 (424.5)Geen van beide groepen is een toevallig voortbrengsel van de evolutie; beide vormen een essentieel onderdeel van de tevoren vastgestelde plannen van de architecten van het universum, en zij verschijnen in het geschikte tijdsgewricht op de evoluerende werelden, in overeenstemming met de oorspronkelijke ontwerpen en ontwikkelingsplannen van de superviserende Levendragers.
38:9.6 (424.6)Primaire middenwezens worden verstandelijk en geestelijk van energie voorzien door de techniek der engelen en hun verstandelijke status is uniform. De zeven assistent-bewustzijnsgeesten maken geen contact met hen; alleen de zesde en zevende, de geest van godsverering en de geest van wijsheid, kunnen de secundaire groep bijstaan.
38:9.7 (424.7)Secundaire middenwezens worden van fysische energie voorzien door de Adamische techniek, in geestelijke circuits opgenomen door de serafijnse techniek, en zijn verstandelijk begiftigd met de morontia-overgangsvorm van bewustzijn. Zij zijn onderverdeeld in vier fysische typen, zeven geestelijke orden, en twaalf niveaus van verstandelijke respons op de gezamenlijke bijstand van de laatste twee assistent-bewustzijnsgeesten en het morontia-bewustzijn. Deze verschillen bepalen de diversiteit in hun activiteiten en in hun planetaire aanstellingen.
38:9.8 (424.8)Primaire middenschepselen lijken meer op engelen dan op stervelingen, de secundaire orden lijken veel meer op mensen. Zij verlenen elkaar wederzijds onschatbare bijstand bij de uitvoering van hun veelsoortige planetaire taken. De primaire helpers kunnen coöperatieve verbindingen tot stand brengen met controleurs van zowel morontia- als geest-energie en met de wezens die bewustzijn in circuits brengen. De secundaire groep kan slechts werkverbindingen tot stand brengen met de fysische controleurs en de bewerkers van materiële circuits. Aangezien echter beide orden der middenschepselen volmaakte synchronie van contact tot stand kunnen brengen met de ander, kunnen beide groepen daardoor een praktisch gebruik maken van het gehele energie-gamma, van de grove fysische kracht van de materiële werelden, via de overgangsfasen van universum-energieën, tot de hogere geest-werkelijkheidskrachten van de hemelse gebieden.
38:9.9 (425.1)De kloof tussen de materiële en de geestelijke werelden wordt volmaakt overbrugd door de seriële associatie van sterfelijk mens, secundair middenwezen, primair middenwezen, morontia-cherubijn, midden-fase cherubijn en serafijn. In de persoonlijke ervaring van een individuele sterveling worden deze verschillende niveaus ongetwijfeld min of meer geünifieerd en persoonlijk zinvol gemaakt door de onopgemerkte, mysterieuze handelingen van de goddelijke Gedachtenrichter.
38:9.10 (425.2)Op normale werelden blijven de primaire middenwezens dienstdoen als inlichtingenkorps en als hemelse gastheren die optreden voor de Planetaire Vorst, terwijl de secundaire dienaren hun samenwerking voortzetten met het Adamisch regime dat de zaak van de progressieve planetaire civilisatie bevordert. In geval van afvalligheid van de Planetaire Vorst en van falen van de Materiële Zoon, zoals op Urantia heeft plaatsgevonden, worden de middenschepselen pupillen van de Stelsel-Soeverein en dienen zij onder de bestuurlijke leiding van de waarnemend curator van de planeet. Op slechts drie andere werelden in Satania functioneren deze wezens echter als één groep onder verenigde leiders, zoals het geval is met de verenigde dienende middenschepselen van Urantia.
38:9.11 (425.3)Het planetaire werk van zowel de primaire als de secundaire middenwezens is gevarieerd en uiteenlopend op de talrijke individuele werelden van een universum, maar op de normale, gemiddelde planeten zijn hun werkzaamheden zeer verschillend van de plichten die hun tijd in beslag nemen op geïsoleerde werelden zoals Urantia.
38:9.12 (425.4)De primaire middenwezens zijn de planetaire geschiedschrijvers die van de komst van de Planetaire Vorst tot het tijdperk van bestendigd licht en leven, de schouwspelen en de uitbeeldingen van de planetaire geschiedenis ontwerpen voor de planetaire tentoonstellingen op de hoofdkwartierwerelden van de stelsels.
38:9.13 (425.5)Middenwezens blijven lange tijd op een bewoonde wereld, doch indien zij getrouw hun opdracht vervullen, zal hun uiteindelijk zeer zeker erkentelijkheid te beurt vallen voor hun eeuwenlang dienstbetoon ter handhaving van de soevereiniteit van de Schepper-Zoon: zij zullen naar behoren worden beloond voor hun geduldige bijstand aan de materiële stervelingen op hun wereld in tijd en ruimte. Vroeg of laat zullen alle geaccrediteerde middenwezens worden opgenomen in de gelederen van de opklimmende Zonen van God en naar behoren worden ingewijd in het lange avontuur van de opklimming naar het Paradijs, in het gezelschap van dezelfde stervelingen van dierlijke afkomst, hun aardse broeders, die zij zo zorgvuldig hebben beschermd en zo doeltreffend hebben gediend tijdens hun lange verblijf op de planeet.
38:9.14 (425.6)[Aangeboden door een Melchizedek, handelend op verzoek van het Hoofd der Serafijnse Heerscharen van Nebadon.]