Deze stem werd gegenereerd door computersynthese.
Verhandeling 120 - De zelfschenking van Michael op Urantia
Het Urantia Boek
Verhandeling 120
De zelfschenking van Michael op Urantia
120:0.1 (1323.1)AANGESTELD door Gabriël om toezicht te houden op de herformulering van het leven van Michael toen deze in de gelijkenis van het sterfelijk vlees op Urantia verkeerde, ben ik, de Melchizedek die de leiding heeft van de openbaringscommissie aan welke deze taak is toevertrouwd, gemachtigd u het volgende relaas aan te bieden over bepaalde gebeurtenissen die onmiddellijk voorafgingen aan de aankomst van de Schepper-Zoon op Urantia, waar hij aan de slotfase van zijn zelfschenkingservaring in het universum zou beginnen. Het leiden van dezelfde levens die hij oplegt aan de denkende wezens van zijn eigen schepping, het aldus schenken van zichzelf in de gelijkenis der verschillende orden van zijn geschapen wezens, is een deel van de prijs die iedere Schepper-Zoon moet betalen voor de volle, allerhoogste soevereiniteit over het universum van dingen en wezens dat hij zelf gemaakt heeft.
120:0.2 (1323.2)Vóór de gebeurtenissen die ik nu ga beschrijven, had Michael van Nebadon zich zes maal geschonken in de gelijkenis van zes verschillende orden van zijn gevarieerde schepping van denkende wezens. Vervolgens maakte hij zich gereed om neer te dalen op Urantia in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, de laagste orde van zijn intelligente wilsschepselen, en om als zulk een mens van het materiële gebied het laatste bedrijf op te voeren in het drama van de verwerving van de soevereiniteit over zijn universum, conform de mandaten van de goddelijke Paradijs-Regeerders van het universum van universa.
120:0.3 (1323.3)In de loop van elk der voorgaande zelfschenkingen verwierf Michael telkens niet alleen de eindige ervaring van een bepaalde groep van zijn geschapen wezens, maar tevens die essentiële ervaring in de samenwerking met het Paradijs, die er op zichzelf en vanzelf verder toe zou bijdragen hem tot soeverein te maken van zijn zelfgeschapen universum. Op ieder moment in het hele verleden van het plaatselijk universum had Michael zijn persoonlijke soevereiniteit als Schepper-Zoon kunnen laten gelden, en had hij, als Schepper-Zoon, zijn universum kunnen regeren op een zelfgekozen wijze. Als iets dergelijks had plaatsgevonden, zouden Immanuel en de verenigde Paradijs-Zonen het universum hebben verlaten. Maar Michael wenste Nebadon niet alleen te regeren krachtens zijn persoonlijke, geïsoleerde recht als Schepper-Zoon. Hij wenste door daadwerkelijke ervaring in coöperatieve ondergeschiktheid aan de Paradijs-Triniteit op te klimmen tot die hoogte in universum-status, waar hij bevoegd zou zijn om zijn universum te regeren en de zaken ervan te besturen met die volmaaktheid van inzicht en mate van wijsheid in de uitvoering, die eens de verheven heerschappij van de Allerhoogste zal kenmerken. Hij streefde niet naar de volmaakte heerschappij van een Schepper-Zoon, maar naar het allerhoogste bestuurlijke bewind als de verpersoonlijking van de universele wijsheid en de goddelijke ervaring van de Allerhoogste.
120:0.4 (1324.1)Michael had derhalve een tweeledige bedoeling terwijl hij deze zeven zelfschenkingen aan de verschillende orden van schepselen in zijn universum verrichtte. Ten eerste completeerde hij zo de vereiste ervaring in het begrijpen van zijn schepselen, die alle Schepper-Zonen moeten verwerven alvoren zij de volledige soevereiniteit op zich mogen nemen. Een Schepper-Zoon mag te allen tijde zijn universum krachtens zijn persoonlijke recht regeren, maar pas als hij de zeven zelfschenkingen als een schepsel uit zijn eigen universum heeft doorgemaakt, kan hij regeren als de allerhoogste vertegenwoordiger van de Paradijs-Triniteit. Ten tweede streefde hij naar het privilege om het maximale gezag van de Paradijs-Triniteit te vertegenwoordigen dat in het rechtstreekse, persoonlijke bestuur van een plaatselijk universum kan worden uitgeoefend. Dienovereenkomstig maakte Michael zich gedurende de ervaring van elke zelfschenking aan zijn universum, vrijwillig, op aanvaardbare wijze en met goed gevolg, ondergeschikt aan de op verschillende wijzen gevormde wil van de uiteenlopende associaties van de personen van de Paradijs-Triniteit. Dat wil zeggen, bij de eerste zelfschenking was hij onderworpen aan de gecombineerde wil van de Vader, de Zoon en de Geest; bij de tweede zelfschenking aan de wil van de Vader en de Zoon; bij de derde zelfschenking aan de wil van de Vader en de Geest; bij de vierde zelfschenking aan de wil van de Zoon en de Geest; bij de vijfde zelfschenking aan de wil van de Oneindige Geest; bij de zesde zelfschenking aan de wil van de Eeuwige Zoon, en gedurende de zevende en laatste zelfschenking, die op Urantia, aan de wil van de Universele Vader.
120:0.5 (1324.2)In zijn persoonlijke soevereiniteit combineert Michael derhalve de goddelijke wil van de zevenvoudige fasen van de universele Scheppers met de begripvolle ervaring van zijn schepselen in het plaatselijk universum. Aldus vertegenwoordigt zijn bestuur nu de grootst mogelijke macht en autoriteit, hoewel het ontbloot is van alle willekeurige assumpties. Zijn macht is onbeperkt, aangezien zij stoelt op de associatie met de Godheden van het Paradijs die hij heeft ervaren; zijn gezag is onaanvechtbaar, aangezien het is verworven door daadwerkelijke ervaring in de gelijkenis van schepselen van zijn universum; zijn soevereiniteit is allerhoogst, aangezien deze tegelijkertijd het zevenvoudige gezichtspunt van de Paradijs-Godheid en het gezichtspunt van het schepsel in tijd en ruimte belichaamt.
120:0.6 (1324.3)Toen hij het tijdstip van zijn laatste zelfschenking had vastgesteld en de planeet had uitgekozen waarop deze buitengewone gebeurtenis zou plaatsvinden, hield Michael de gebruikelijke bespreking met Gabriël die aan elk van zijn zelfschenkingen voorafging, en verscheen hij vervolgens voor Immanuel, zijn oudere broeder en raadsman uit het Paradijs. En juist vóór Michaels vertrek om aan de Urantia-incarnatie te beginnen, nam Immanuel voor de duur van de Urantia-zelfschenking de zorg op zich voor het universum, en gaf hij Michael vervolgens de zelfschenkingsraadgevingen die hem als leidraad konden dienen in zijn incarnatie, wanneer hij aanstonds op Urantia zou opgroeien als een sterveling van dat gebied.
120:0.7 (1324.4)In dit verband dient ge in gedachten te houden dat Michael had verkozen deze zelfschenking uit te voeren in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, onderworpen aan de wil van de Paradijs-Vader. De Schepper-Zoon had van niemand instructies nodig om deze incarnatie te verwezenlijken als het er alleen om ging de soevereiniteit over het universum te verwerven, maar hij was begonnen aan een programma ter openbaring van de Allerhoogste, dat inhield dat hij in samenwerking met de wil van de diverse Paradijs-Godheden zou functioneren. Zo zou zijn soevereiniteit, wanneer hij deze ten slotte persoonlijk en definitief zou hebben verworven,de zevenvoudige wil van de Godheid, zoals culminerend in de Allerhoogste, daadwerkelijk en geheel omsluiten. Hij was daarom reeds zes maal eerder geïnstrueerd door de persoonlijke vertegenwoordigers van de verschillende Paradijs-Godheden en van hun associaties, en nu werd hij geïnstrueerd door de Unie der Dagen, de ambassadeur van de Paradijs-Triniteit in het plaatselijk universum Nebadon, die optrad namens de Universele Vader.
120:0.8 (1325.1)Onmiddellijke voordelen en enorme compensaties waren het gevolg van de bereidheid van deze machtige Schepper-Zoon om zich nogmaals vrijwillig ondergeschikt te maken aan de wil van de Paradijs-Godheden, ditmaal aan die van de Universele Vader. Door het nemen van de beslissing tot deze nauwe associatieve ondergeschiktheid, zou Michael in deze incarnatie niet alleen de natuur van de sterfelijke mens ervaren, maar ook de wil van de Paradijs-Vader van allen. Voorts kon hij deze unieke zelfschenking niet alleen aanvangen in de volkomen zekerheid dat tijdens zijn afwezigheid voor de Urantia-zelfschenking Immanuel het volledige gezag van de Paradijs-Vader zou uitoefenen in het bestuur van het universum, maar ook in de troostende wetenschap dat de Ouden der Dagen van het superuniversum voor de gehele periode van de zelfschenking de veiligheid van zijn gebied hadden verordend.
120:0.9 (1325.2)Dit nu was de achtergrond van de gewichtige gelegenheid waarbij Immanuel de commis- sie inzake de zevende zelfschenking presenteerde. Uit de opdracht van Immanuel, die voorafging aan de zelfschenking van de regeerder van het universum die vervolgens Jezus van Nazaret (Christus Michael) op Urantia werd, is mij toegestaan de volgende excerpten weer te geven:
1. De commissie inzake de zevende zelfschenking
120:1.1 (1325.3)‘Schepper-broeder, ik sta op het punt getuige te zijn van uw zevende en laatste universum-zelfschenking. Zeer getrouw en volmaakt hebt ge de zes vorige opdrachten uitgevoerd en ik kan me niet anders voorstellen dan dat ge in deze, uw laatste soevereiniteits-zelfschenking, evenzeer zult triomferen. Tot dusver zijt ge op uw zelfschenkingswerelden verschenen als een volgroeid wezen van de door u gekozen orde. Nu staat ge op het punt te verschijnen op Urantia, de wanordelijke, verstoorde planeet van uw keuze, niet als een volwassen sterveling, maar als een hulpeloze zuigeling. Dit, kameraad, zal een nieuwe, onbeproefde ervaring voor u zijn. Ge staat op het punt de volle prijs van de zelfschenking te betalen en de volledige verlichting te ervaren van de incarnatie van een Schepper in de gelijkenis van een schepsel.
120:1.2 (1325.4)‘Gedurende elk van uw vorige zelfschenkingen hebt ge vrijwillig verkozen u te onderwerpen aan de wil van de drie Paradijs-Godheden en hun goddelijke onderlinge associaties. Aan alle zeven fasen van de wil van de Allerhoogste zijt ge in uw eerdere zelfschenkingen onderworpen geweest, behalve aan de persoonlijke wil van uw Paradijs-Vader. Nu ge verkozen hebt u voor de volle duur van uw zevende zelfschenking geheel te onderwerpen aan de wil van uw Vader, neem ik, als persoonlijke vertegenwoordiger van onze Vader, voor de tijdsspanne van uw incarnatie de onvoorwaardelijke jurisdictie in uw universum op mij.
120:1.3 (1325.5)‘Door de Urantia-zelfschenking aan te gaan, hebt ge vrijwillig afstand gedaan van alle buitenplanetaire ondersteuning en speciale assistentie die u door enig schepsel uit uw schepping geboden zou kunnen worden. Zoals uw geschapen zonen in Nebadon voor hun vrijgeleide geheel van u afhankelijk zijn gedurende hun gehele loopbaan door het universum, zo moet gij thans geheel en zonder voorbehoud afhankelijk worden van uw Paradijs-Vader voor uw vrijgeleide tijdens alle nog ongeopenbaarde wisselvalligheden van de loopbaan als sterveling die voor u ligt. En wanneer ge de ervaring van deze zelfschenking zult hebben volbracht, zult ge naar diepste waarheid de volle betekenis en rijke inhoud kennen van het geloofsvertrouwen het verwerven waarvan ge ook immer verlangt van al uw schepselen als onderdeel van hun innige verhouding met u als hun Schepper en Vader in het plaatselijk universum.
120:1.4 (1326.1)‘Tijdens uw zelfschenking op Urantia behoeft ge u altijd maar voor één ding in te zetten, namelijk de ononderbroken gemeenschap tussen u en uw Paradijs-Vader; en juist door de volmaaktheid van zulk een verhouding zal de wereld van uw zelfschenking en zelfs het ganse universum dat ge geschapen hebt, een nieuwe, begrijpelijker openbaring aanschouwen van uw Vader en mijn Vader, de Universele Vader van allen. Ge hebt derhalve alleen zorg te dragen voor uw persoonlijke leven op Urantia. Ik zal efficiënt de algehele verantwoording dragen voor de veiligheid en het ononderbroken bestuur van uw universum, van het moment dat ge uw gezag vrijwillig opgeeft totdat ge tot ons terugkeert als Universum-Soeverein, bevestigd door het Paradijs, en ge uit mijn handen niet het gezag terug ontvangt van plaatsvervangend bestuurder, dat ge nu aan mij overdraagt, maar in plaats daarvan de allerhoogste macht en jurisdictie in uw universum.
120:1.5 (1326.2)‘En opdat ge zeker moogt weten dat ik gemachtigd ben alles te doen hetgeen ik beloof (zeer wel wetende dat ik de verzekering ben van heel het Paradijs dat mijn woord getrouw wordt uitgevoerd), meld ik u dat mij zojuist een mandaat van de Ouden der Dagen op Uversa is medegedeeld, waardoor tijdens de gehele periode van uw vrijwillige zelfschenking, alle geestelijk gevaar in Nebadon zal worden voorkomen. Van het moment dat ge het bewustzijn opgeeft, bij de aanvang van uw incarnatie als sterveling, totdat ge tot ons terugkeert als allerhoogste, onvoorwaardelijke soeverein van dit door uzelf geschapen en georganiseerde universum, kan er in heel Nebadon niets van ernstig belang plaatsvinden. In dit interim van uw incarnatie ben ik gevolmachtigd om de bevelen der Ouden der Dagen uit te voeren, die de onmiddellijke, automatische vernietiging gelasten van ieder wezen dat zich schuldig mocht maken aan rebellie, of het zou wagen een opstand te ontketenen in het universum Nebadon tijdens uw afwezigheid in verband met deze zelfschenking. Broeder, gezien het Paradijs-gezag dat in mijn persoon berust en nog is uitgebreid met het gerechtelijke mandaat van Uversa, zullen uw universum en alle getrouwe schepselen daarin veilig zijn gedurende uw zelfschenking. Ge kunt aan uw missie beginnen met slechts één enkele bedoeling — de hogere openbaring van onze Vader aan de intelligente wezens in uw universum.
120:1.6 (1326.3)‘Evenals bij al uw voorgaande zelfschenkingen, zou ik u eraan willen herinneren dat ik de rechtsbevoegdheid in uw universum aanvaard als broeder-beheerder. Ik oefen alle gezag en macht in uw naam uit. Ik treed op zoals onze Paradijs-Vader dit zou doen, en op uw uitdrukkelijk verzoek om aldus in uw plaats te handelen. Aangezien dit zo is, kunt ge al dit gedelegeerde gezag zelf weer uitoefenen op ieder moment dat het u goeddunkt het terug te vragen. Uw zelfschenking is aldoor volkomen vrijwillig. Als sterveling geïncarneerd in dat gebied, zijt ge zonder hemelse gaven, maar ge kunt op ieder moment dat ge dit zoudt verkiezen, opnieuw beschikken over alle macht die ge hebt afgestaan en uzelf wederom bekleden met het gezag over het universum. Indien ge zoudt verkiezen uzelf opnieuw met uw macht en gezag te bekleden, bedenk dan dat dit geheel om persoonlijke redenen zou zijn, aangezien ik het levende, allerhoogste onderpand ben wiens aanwezigheid en belofte garant staan voor het veilige bestuur van uw universum, overeenkomstig de wil van uw Vader. Een rebellie, zoals drie maal is voorgekomen in Nebadon, kan niet plaatsvinden tijdens uw afwezigheid van Salvington wegens deze zelfschenking. De Ouden der Dagen hebben verordend dat gedurende de periode van de Urantia-zelfschenking, iedere opstand in Nebadon automatisch het zaad van haar eigen vernietiging in zich zal dragen.
120:1.7 (1326.4)‘Zolang ge afwezig zijt voor deze laatste, buitengewone zelfschenking, beloof ik uw universum met Gabriëls medewerking getrouwelijk te besturen; nu ik u de commissie geef deze dienst van goddelijke openbaring op u te nemen en deze ervaring van vervolmaakt menselijk begrip te ondergaan, handel ik namens mijn Vader en uw Vader, en bied ik u de volgende raadgevingen aan, die u in uw aardse leven dienen te leiden terwijl ge u progressief zelf-bewust wordt van de goddelijke missie van uw ononderbroken verblijf in het vlees.
2. De beperkingen van de zelfschenking
120:2.1 (1327.1)‘1. In overeenstemming met de gebruiken en conform de techniek van Sonarington — in onderworpenheid aan de mandaten van de Eeuwige Zoon van het Paradijs — heb ik op alle manieren zorg gedragen dat ge onmiddellijk met deze zelfschenking als sterveling kunt beginnen volgens de plannen die ge hebt geformuleerd en die mij door Gabriël in bewaring zijn gegeven. Ge zult op Urantia opgroeien als een kind van dat gebied en er uw opvoeding als mens — aldoor onderworpen aan de wil van uw Paradijs-Vader — voltooien, het leven op Urantia leiden zoals ge u dat hebt voorgenomen, uw verblijf op de planeet beëindigen en u voorbereiden om op te varen tot uw Vader teneinde van hem de allerhoogste soevereiniteit over uw universum te ontvangen.
120:2.2 (1327.2)‘2. Naast uw missie op aarde en uw openbaring aan het universum, maar in samenhang met deze beide, geef ik u de raad om, wanneer ge u in voldoende mate bewust zijt geworden van uw goddelijke identiteit, ook de taak op u te nemen om technisch een einde te maken aan de Lucifer-rebellie in het stelsel Satania, en dit alles te doen als de Zoon des Mensen; ik geef u in overweging om zo, als een sterfelijk schepsel van dat gebied, in zwakheid machtig geworden door geloofsonderworpenheid aan de wil van uw Vader, goedgunstig al datgene tot stand te brengen wat ge herhaaldelijk geweigerd hebt te verrichten in kracht en macht, toen die u ter beschikking stonden ten tijde van de aanvang van deze zondige, ongerechtvaardigde opstand. Ik zou het als een passende climax van uw zelfschenking beschouwen indien ge tot ons zoudt terugkeren als de Zoon des Mensen, Planetair Vorst van Urantia, en tevens als de Zoon van God, allerhoogste soeverein van uw universum. Treedt als een sterfelijk mens, het laagste type der intelligente schepselen in Nebadon, op tegen de godslasterlijke aanmatiging van Caligastia en Lucifer, en berecht deze, en maak in de nederige staat die ge zult aannemen, voor altijd een einde aan de schandelijk onjuiste voorstelling van zaken van deze gevallen kinderen des lichts. Ge hebt loyaal geweigerd deze rebellen te schande te maken door het uitoefenen van uw prerogatieven als schepper, doch nu zou het gepast zijn indien ge, in de gelijkenis van de laagste schepselen in uw schepping, de heerschappij aan deze gevallen Zonen zoudt ontworstelen: dan zou uw gehele plaatselijk universum in alle billijkheid duidelijk en voor immer erkennen dat het rechtvaardig is dat ge in de rol van het sterfelijk vlees die dingen doet die ge, door barmhartigheid gemaand, niet wilde doen krachtens de macht van uw absolute gezag. En wanneer ge aldus in uw zelfschenking de mogelijkheid van de soevereiniteit van de Allerhoogste in Nebadon zult hebben ingesteld, zult ge in feite de nog niet berechte zaken van alle vorige opstanden hebben afgesloten, ondanks het lange of korte tijdsverloop dat met de verwezenlijking van deze prestatie gemoeid moge zijn. Door deze daad zullen de nog hangende afscheidingszaken in uw universum in wezen zijn afgedaan. En als ge daarna wordt bekleed met de allerhoogste soevereiniteit over uw universum, kunnen dergelijke vormen van aantasting van uw gezag zich nooit meer voordoen in enig deel van uw grote persoonlijke schepping.
120:2.3 (1327.3)‘3. Wanneer ge erin geslaagd zijt een einde te maken aan de Urantia-afscheiding, zoals ge ongetwijfeld zult doen, raad ik u de titel “Planetair Vorst van Urantia” van Gabriël te aanvaarden als blijk van de eeuwige erkentelijkheid van uw universum voor uw laatste zelfschenking; en dat ge voorts alles doet, in overeenstemming met de bedoeling en strekking van uw zelfschenking, om de smart en verwarring goed te maken die Urantia zijn geworden tengevolge van het verraad van Caligastia en de latere Adamische nalatigheid.
120:2.4 (1328.1)‘4. Overeenkomstig uw verzoek, zullen Gabriël en alle betrokkenen met u samenwerken in het door u uitgedrukte verlangen om uw Urantia-zelfschenking te beëindigen met het uitspreken van een dispensationeel oordeel over het gebied, vergezeld van de beëindiging van een tijdperk, de opwekking van de slapende sterfelijke overlevenden, en de instelling van de dispensatie van de geschonken Geest van Waarheid.
120:2.5 (1328.2)‘5. Wat de planeet betreft waaraan ge uzelf zult schenken en de generatie van mensen die er zal leven tijdens uw verblijf als sterveling aldaar, raad ik u voornamelijk op te treden als leraar. Schenk in de eerste plaats uw aandacht aan de vrijmaking en inspiratie van ’s mensen geestelijke natuur. Verlicht vervolgens het verduisterde verstand van de mensen, genees hun zielen en bevrijd hun bewustzijn van eeuwenoude angsten. En draag ten slotte, overeenkomstig uw wijsheid als sterveling, bij tot het lichamelijke welzijn en het materiële welbevinden van uw broeders in het vlees. Leid het ideale religieuze leven ter inspiratie en stichting van uw gehele universum.
120:2.6 (1328.3)‘6. Maak op de planeet van uw zelfschenking de mens die door rebellie in afzondering verkeert, geestelijk vrij. Lever op Urantia een verdere bijdrage aan de soevereiniteit van de Allerhoogste, en zorg er aldus voor dat de instelling van deze soevereiniteit in het ganse wijde domein van uw persoonlijke schepping een feit wordt. In deze materiële zelfschenking in de gelijkenis van het vlees staat ge op het punt de finale verlichting te ervaren van een Schepper in tijd en ruimte, de tweeledige ervaring van het samenwerken, binnen de natuur van de mens, met de wil van uw Paradijs-Vader. In uw leven in de wereld moeten de wil van het eindige schpsel en de wil van de oneindige Schepper als één worden, zoals deze zich ook verenigen in de evoluerende Godheid van de Allerhoogste. Stort op de planeet van uw zelfschenking de Geest van Waarheid uit, en maak aldus alle normale stervelingen op die geïsoleerde wereld onmiddellijk en volledig toegankelijk voor het dienstbetoon van de afgezonderde tegenwoordigheid van onze Paradijs-Vader, de Gedachtenrichters van de gebieden.
120:2.7 (1328.4)‘7. Houd bij al hetgeen ge in de wereld van uw zelfschenking moogt verrichten, voortdurend voor ogen dat ge een leven leidt ter instructie en stichting van uw gehele universum. Ge schenkt dit leven van uw incarnatie als sterveling aan Urantia, maar ge zult het leven ten behoeve van de geestelijke inspiratie van ieder menselijk en bovenmenselijk denkend wezen dat geleefd heeft, nu bestaat, of nog zal leven op iedere bewoonde wereld die deel heeft uitgemaakt van het enorme sterrenstelsel van uw bestuurlijke domein, dat hiervan nu deel uitmaakt, of dit nog zal doen. Uw aardse leven in de gelijkenis van het sterfelijk vlees zal niet zo geleid worden dat het een voorbeeld zal vormen voor de stervelingen op Urantia ten tijde van uw verblijf op aarde, noch voor enige latere generatie van mensen op Urantia of enige andere wereld. Veeleer zal uw leven in het vlees op Urantia de inspiratie zijn voor alle levens op alle werelden in Nebadon, in alle generaties van de toekomende tijdperken.
120:2.8 (1328.5)‘8. De grote missie die verwezenlijkt en ervaren moet worden in uw incarnatie als sterveling, ligt besloten in uw beslissing om een leven te leiden dat oprecht gemotiveerd is door de wens om de wil van uw Paradijs-Vader te doen, om aldus in het vlees, en speciaal aan de mens die in het vlees leeft, God te openbaren, die uw Vader is. Tegelijkertijd zult ge ook, met een nieuwe verdieping, onze Vader interpreteren voor de bovensterfelijke wezens van gans Nebadon. Tegelijk met dit dienstbetoon van nieuwe openbaring en meer omvattende vertolking van de Paradijs-Vader aan het menselijke en bovenmenselijke type bewustzijn, zult ge ook zodanig functioneren, dat ge de mens op een nieuwe wijze aan God zult openbaren. Vertoon in uw ene korte leven in het vlees de transcendente mogelijkheden die gedurende de korte loopbaan van het sterfelijk bestaan binnen het bereik liggen van een mens die God kent, zoals dit nog nooit eerder in heel Nebadon is gezien, en geef een nieuwe, verhelderende interpretatie van de mens en de wisselvalligheden van diens planetaire leven aan alle bovenmenselijke denkende wezens van heel Nebadon, en voor altijd. Ge zult naar Urantia afdalen in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, en door te leven als een mens van uw tijd en generatie zult ge zodanig functioneren, dat ge uw gehele universum het ideaal zult laten zien van de vervolmaakte wijze van handelen bij het allerhoogste ondernemen in de aangelegenheden van uw ontzaglijke schepping: de roemrijke daad van God die de mens zoekt en hem vindt, en het fenomeen dat de mens die God zoekt, hem eveneens vindt; en dat ge dit alles doet tot tevredenheid van beiden en tijdens één kort leven in het vlees.
120:2.9 (1329.1)‘9. Ik waarschuw u steeds in gedachten te houden dat ofschoon ge in feite een gewoon mens van dat gebied zult worden, ge in potentialiteit een Schepper-Zoon van de Paradijs-Vader zult blijven. Ofschoon ge zult leven en handelen als een Zoon des Mensen, zullen gedurende deze gehele incarnatie de creatieve eigenschappen van uw persoonlijke goddelijkheid u van Salvington naar Urantia volgen. Ge zijt op ieder moment na de komst van uw Gedachtenrichter bevoegd de wilsbeslissing te nemen om de incarnatie te beëindigen. Vóór de komst en ontvangst van de Richter zal ik borg staan voor de integriteit van uw persoonlijkheid. Na de komst van uw Richter en samenvallend met uw progressieve onderkenning van de natuur en het belang van uw zelfschenkingsmissie, die ge u er evenwel van te weerhouden enig bovenmenselijk besluit te formuleren, hetzij om iets te bereiken of tot stand te brengen, hetzij om macht uit te oefenen, aangezien uw prerogatieven als Schepper met uw sterfelijke persoonlijkheid verbonden zullen blijven, gezien het feit dat deze attributen niet te scheiden zijn van uw persoonlijke tegenwoordigheid. Uw aardse loopbaan zal echter niet vergezeld gaan van bovenmenselijke repercussies los van de wil van de Paradijs-Vader, tenzij ge door een bewuste, opzettelijke wilsdaad een onverdeelde beslissing zoudt nemen die zou uitlopen op een keuze van uw gehele persoonlijkheid.
3. Verdere raad en adviezen
120:3.1 (1329.2)Broeder, nu ge aanstalten maakt naar Urantia te vertrekken en ik u heb geraden ten aanzien uw algemene optreden tijdens uw zelfschenking, wil mij dan toestaan u ten afscheid bepaalde adviezen voor te leggen die tot stand zijn gekomen in overleg met Gabriël en te maken hebben met ondergeschikte apspecten van uw leven als sterveling. Wij stellen u dan voor:
120:3.2 (1329.3)‘1. dat ge bij het streven naar het ideaal van uw leven als sterveling op aarde ook enige aandacht schenkt aan de verwezenlijking van enkele praktische zaken die van direct nut zijn voor uw medemensen, en daarvan voorbeelden geeft.
120:3.3 (1329.4)‘2. Geef, wat familieverhoudingen betreft, voorrang aan de algemeen aanvaarde zeden en gewoonten van het gezinsleven zoals ge dit in de tijd en generatie van uw zelfschenking zult aantreffen. Leid uw familie- en gemeenschapsleven volgens de gebruiken van het volk waaronder ge hebt verkozen te verschijnen.
120:3.4 (1329.5)‘3. Wij adviseren u wat uw betrekkingen tot de maatschappelijke orde betreft, uw inspanningen hoofdzakelijk te beperken tot geestelijke vernieuwing en intellectuele emancipatie. Vermijd iedere verwikkeling in de economische structuur en politieke overtuigingen van uw tijd. Meer in het bijzonder zult ge u wijden aan het leiden van het ideale religieuze leven op Urantia.
120:3.5 (1329.6)‘4. Onder geen enkele omstandigheid dient ge, zelfs niet in het kleinste detail, in te grijpen in de normale, ordelijke en progressieve evolutie van de rassen op Urantia. Dit verbod dient ge echter niet op te vatten als een beperking van uw inspanningen om op Urantia een duurzaam en beter stelsel van positieve religieuze ethiek achter te laten. Als dispensationele Zoon geniet ge zekere voorrechten inzake de verbetering van de geestelijke en religieuze status van de volkeren der wereld.
120:3.6 (1330.1)‘5. Als het u dienstig voorkomt, zult ge u vereenzelvigen met bestaande religieuze en geestelijke bewegingen die op Urantia kunnen worden aangetroffen, maar tracht op alle mogelijke manieren te vermijden dat er formeel een georganiseerde cultus, een gekristalliseerde godsdienst of een afzonderlijke ethische groepering van stervelingen wordt ingesteld. Uw leven en onderricht moeten het gemeenschappelijke erfdeel worden van alle religies en alle volken.
120:3.7 (1330.2)‘6. Opdat ge niet onnodig zult bijdragen tot het scheppen van latere stereotiepe stelsel van godsdienstige geloofsovertuigingen op Urantia, of andere religieuze bindingen van niet-progressieve typen, raden wij u voorts nog dit: laat geen geschriften achter op de planeet. Schrijf niet op duurzaam materiaal; verbied uw metgezellen afbeeldingen van u te maken als sterveling. Zorg ervoor dat er bij uw vertrek niets op de planeet achterblijft dat mogelijkerwijs tot afgoderij zou kunnen leiden.
120:3.8 (1330.3)‘7. Hoewel ge het normale, gemiddelde sociale leven op de planeet zult leiden, aangezien ge een normale mens van het mannelijk geslacht zult zijn, zult ge waarschijnlijk niet de huwelijksband aangaan, een band die volkomen eervol zou zijn en verenigbaar met uw zelfschenking; ik moet u er echter aan herinneren dat één van de incarnatie-voorschriften van Sonarington verbiedt dat er menselijke nakomelingen door een zelfschenking-Zoon uit het Paradijs worden achtergelaten op een planeet.
120:3.9 (1330.4)‘8. Wat alle andere details van uw aanstaande zelfschenking betreft, zouden wij u willen toevertrouwen aan de leiding van de inwonende Richter, aan het onderricht van de immer-tegenwoordige goddelijke geest die de mens geleidt, en aan het oordeel der rede van het groeiende menselijke bewustzijn waarmee ge langs erfelijke weg zult worden begiftigd. Zulk een associatie van de eigenschappen van een schepsel en een Schepper zal u in staat stellen voor ons het volmaakte leven te leiden van de mens op de planetaire werelden, niet noodzakerlijkerwijze volmaakt in de ogen van ieder mens in iedere generatie op iedere wereld (en zeker niet op Urantia), maar een geheel en allerhoogst vervuld leven naar het oordeel van de werelden in uw uitgestrekte universum die een hogere volmaaktheid kennen en leren kennen.
120:3.10 (1330.5)‘En moge nu uw en mijn Vader die ons altijd heeft ondersteund in al onze verrichtingen in het verleden, u geleiden en ondersteunen en met u zijn van het moment dat ge ons verlaat en het opgeven van de bewustheid van uw persoonlijkheid volbrengt, gedurende de gehele periode dat ge geleidelijk uw goddelijke identiteit weer gaat onderkennen zoals deze is geïncarneerd in menselijke gedaante, en in uw gehele verdere zelfschenkingservaring op Urantia, tot ge bevrijd wordt van het vlees en opvaart tot de rechterhand van soevereiniteit van onze Vader. Wanneer ik u terugzie op Salvington, zullen wij u bij ons verwelkomen als de allerhoogste, absolute soeverein over dit universum dat ge zelf gemaakt en gediend hebt, en dat ge dan volkomen zult begrijpen.
120:3.11 (1330.6)‘In uw plaats regeer ik nu. Als plaatsvervangend soeverein neem ik de rechtsbevoegdheid in heel Nebadon over gedurende de tussentijd van uw zevende, sterfelijke, zelfschenking op Urantia. U, Gabriël, draag ik op de Zoon des Mensen te behoeden die op het punt staat te verschijnen, tot hij na korte tijd in macht en heerlijkheid, als de Zoon des Mensen en de Zoon van God, tot mij zal worden teruggezonden. Gabriël, ik ben uw soeverein totdat Michael aldus terugkeert.’
120:3.11 (1330.6)* * *
120:3.12 (1330.7)In tegenwoordigheid van heel Salvington dat was samengekomen, verwijderde Michael zich onmiddellijk daarop uit ons midden, en wij zagen hem niet meer op zijn gewone plaats totdat hij terugkeerde als de allerhoogste, persoonlijke regeerder over het universum toen hij de loopbaan van zijn zelfschenking op Urantia had voltooid.
4. De incarnatie — het maken van twee tot een
120:4.1 (1331.1)En zo zou voor altijd het zwijgen worden opgelegd aan zekere onwaardige kinderen van Michael, die hun Schepper-vader ervan hadden beschuldigd zelfzuchtig naar de heerschappij te streven en zich hadden veroorloofd te insinueren dat het gezag van de Schepper-Zoon alleen maar willekeruig en autocratisch werd gehandhaafd dankzij de blinde loyaliteit van een misleid universum van onderdanige schepselen; zij zouden beschaamd en gedesillusioneerd worden door het leven van onbaatzuchtige dienstbaarheid dat de Zoon van God nu aanving als de Zoon des Mensen — steeds ondergeschikt aan ‘de wil van de Paradijs-Vader.’
120:4.2 (1331.2)Vergist u echter niet; hoewel Christus Michael waarlijk een wezen van tweevoudige afkomst was, was hij niet een dubbele persoonlijkheid. Hij was niet God verbonden met de mens, maar veeleer God geïncarneerd in de mens. En hij bleef altijd dit gecombineerde wezen. De enige progressieve factor in deze onbegrijpelijke betrekking was de toenemende zelf-bewuste bewustwording en onderkenning (door zijn menselijke bewustzijn) van dit feit dat hij God en mens was.
120:4.3 (1331.3)Christus Michael werd niet in steeds toenemende mate God. Evenmin werd God op een kardinaal moment in het aardse leven van Jezus tot mens. Jezus was God en mens — altijd en zelfs tot in alle eeuwigheid. En deze God en deze mens waren, en zijn dit ook nu, één, precies zoals de Paradijs-Triniteit van drie wezens in werkelijkheid één Godheid is.
120:4.4 (1331.4)Verliest nimmer het feit uit het oog dat de Michael-zelfschenking de allerhoogste geestelijke bedoeling had om de openbaring van God uit te breiden.
120:4.5 (1331.5)De stervelingen op Urantia hebben zeer verschillende opvattingen van het mirakuleuze, maar voor ons, die leven als burgers van het plaatselijk universum, bestaan er slechts weinig wonderen en de incarnatie-zelfschenkingen van de Paradijs-Zonen zijn de boeiendste hiervan. Het verschijnen van een goddelijke Zoon in en op uw wereld, door middel van ogenschijnlijk natuurlijke processen, zien wij als een wonder — de werking van universum-wetten die ons begrip te boven gaan. Jezus van Nazaret was een mirakuleuze persoon.
120:4.6 (1331.6)In en door deze gehele buitengewone ervaring, verkoos God de Vader zich te manifesteren zoals hij dit altijd doet — op de gebruikelijke wijze — op de normale, natuurlijke en betrouwbare wijze van goddelijk handelen.